Wetten en regels

Pensioenen zijn heel belangrijk voor heel veel mensen; het gaat om hun toekomstig inkomen en er is dan ook een groot maatschappelijk belang dit goed te regelen. Dus is het logisch dat de overheid strenge regels heeft opgesteld over pensioenen en daar ook toezicht op houdt.

Wetgeving pensioenen

De belangrijkste wetten in Nederland die pensioenen regelen zijn:

  • De Algemene Ouderdomswet Wet (AOW) die ons staatspensioen regelt sinds 1957
  • De Pensioen Wet (PW) die de aanvullende pensioenen regelt, inclusief het toezicht daarop

De AOW wordt uitgevoerd door de Sociale Verzekeringsbank (SVB). De SVB regelt met name de uitvoering van de volksverzekeringen, waaronder de AOW.

Aanvullende pensioenen die worden toegezegd door een werkgever moeten volgens de PW verplicht worden ondergebracht bij een verzekeraar of een pensioenfonds.

Toezicht op aanvullende pensioenen

Het toezicht op aanvullende pensioenen is geregeld in het Financieel Toetsingskader (FTK), dat een onderdeel is van de PW. Daarnaast heeft de overheid bij Koninklijk Besluit nadere gedetailleerde regels gegeven in het Besluit Financieel Toetsingskader Pensioenfondsen. Voor verzekeraars gelden soortgelijke regels.

Het toezicht op pensioenfondsen en verzekeraars (en banken) is ondergebracht bij De Nederlandsche Bank (DNB). DNB vervult het zogenaamde prudentieel toezicht (de financiële situatie van pensioenfondsen) en materieel toezicht (hoe opereren pensioenfondsen). DNB toetst bijvoorbeeld of bestuurders en toezichthouders van pensioenfondsen wel betrouwbaar en geschikt zijn voor hun rol en taken.

Daarnaast speelt ook de Autoriteit Financiële Markten (AFM) een rol in het toezicht op pensioenfondsen. De AFM richt zich op het gedrag van pensioenfondsen, met name hoe communiceren pensioenfondsen met hun deelnemers en hoe gaan ze om met de zorgplicht naar de deelnemers.