Over uitkeringen en toeslagen- en kortingsbeleid

We hebben hiervoor besproken hoe pensioenfondsen geld binnenkrijgen via premies en hoe dar geld via het beleggingsbeleid wordt belegd. Dit deel gaan we dieper in op de uitgaande geldstromen: de uitkeringen.

Pensioenuitkeringen

Pensioenfondsen hebben als enige doel het doen van pensioenuitkeringen aan hun deelnemers. Deelnemers bouwen tijdens hun werkzame leven een recht op ouderdomspensioen op en als de deelnemer eenmaal de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt dan begint het pensioenfonds met het uitkeren van dat ouderdomspensioen. En blijft dat doen totdat de deelnemer komt te overlijden. Daarna is er meestal ook nog een nabestaandenpensioen voor de overgebleven partner.

Het is de verantwoordelijkheid van pensioenfondsen om zoveel als mogelijk zeker te stellen dat die toegezegde uitkeringen in de toekomst ook daadwerkelijk kunnen worden betaald. Pensioenfondsen kunnen nooit 100% garanties daarvoor bieden, maar ze moeten heel zorgvuldig met hun premiebeleid en hun beleggingsbeleid omgaan om die toegezegde uitkeringen te kunnen nakomen.

Toeslagen- en kortingsbeleid

Het bestuur van een pensioenfonds beschikt naast het premie- en beleggingsbeleid over een derde belangrijk instrument: het toeslagen- en kortingsbeleid. Binnen dit beleid wordt bepaald of en wanneer een pensioenfonds de pensioenen kan verhogen: dat is het verlenen van een toeslag, vaak indexatie genoemd. Tevens is in dit beleid vastgelegd wanneer een pensioenfonds uitkeringen zal korten, met andere woorden wanneer de uitkeringen moeten worden verlaagd.

Het bestuur van een pensioenfonds kan niet zomaar willekeurig pensioenen verhogen of verlagen. Daar zijn strikte wettelijke regels voor. Het verhogen of korten van pensioenen moet verantwoord zijn op de langere termijn: een pensioenfonds mag niet zomaar ieder jaar verhogen of verlagen. En verhogingen of kortingen moeten evenwichtig zijn. Het bestuur mag niet zomaar een bepaalde groep deelnemers bevoordelen of alle pijn bij een bepaalde groep terecht laten komen.

Toeslagen/indexaties

Een pensioenfonds dat meer geld in kas heeft dan het nodig heeft voor de bestaande nominale uitkeringsverplichtingen kan in principe dat overschot gebruiken om indexaties te geven. De dekkingsgraad van een pensioenfonds moet dan boven het Vereiste Eigen Vermogen (VEV) liggen. Hoeveel indexatie wordt gegeven hangt af van de omvang van de buffer boven het VEV en de ambitie van het pensioenfonds. De ambitie van de meeste pensioenfondsen is een lange termijn doelstelling: inflatie bijhouden. Er zijn meerdere inflatie maatstaven:

  • Looninflatie: de stijging van de lonen (meestal bij de aan het pensioenfonds verbonden werkgever)
  • Prijsinflatie, ook wel CPI: dit is de inflatie voor consumenten zoals gemeten door het CBS
  • Afgeleide prijsinflatie: dit is de inflatie voor consumenten zoal gemeten door het CBS, waarbij de invloed van belastingen eruit is gehaald

Pensioenfondsen kiezen een ambitie voor de langere termijn en leggen dat vast in hun beleid. Het is niet de bedoeling dat ze ieder jaar iets anders verzinnen.

In het toeslagenbeleid is vastgelegd hoeveel indexatie op enig moment kan worden toegekend. Pensioenfondsen kunnen volledige indexatie, gedeeltelijke indexatie en soms inhaalindexatie toekennen. Dit is afhankelijk van de omvang van die extra buffer boven het VEV.

Het verlenen van indexatie is geen automatisme; het bestuur van een pensioenfonds moet iedere keer besluiten of, en zo ja hoeveel indexatie kan worden toegekend. Het bestuur moet daarbij rekening houden met de lange termijn effecten van indexatie voor alle generaties van deelnemers. Indexatie is natuurlijk prachtig voor gepensioneerden maar het pensioenfonds moet ook nog voldoende geld in kas houden om pensioenen te kunnen betalen aan de jongste generaties.

Gegarandeerde indexaties

Er zijn een paar pensioenfondsen in Nederland die toegezegde ofwel gegarandeerde indexaties kennen. Dat zijn over het algemeen pensioenfondsen met “rijke” werkgevers die het zich konden veroorloven om hoge premies te betalen voor gegarandeerde indexaties. Bij deze pensioenfondsen is de indexatie een vast gegeven. En daar houden ze ook rekening mee bij het berekenen van hun dekkingsgraad.

Sommige pensioenfondsen met gegarandeerde indexatie kennen een aftopping van de te verlenen indexatie. Bijvoorbeeld op een niveau van 3%. Dus ook deze pensioenfondsen bieden geen volledige bescherming tegen hele hoge inflatie.

Deze pensioenfondsen zijn inmiddels vrijwel allemaal gesloten voor nieuwe deelnemers en nieuwe opbouw. Pensioen met gegarandeerde indexatie is namelijk heel erg duur en zelfs oliemaatschappijen willen dat soort hoge kosten niet meer maken.

Kortingen

Het korten van pensioenuitkeringen en en pensioenrechten is wettelijk toegestaan maar het wordt beschouwd als een paardenmiddel, een “ultimum remedium”. Het bestuur van een pensioenfonds moet er eigenlijk voor zorgen dat de kans dat er gekort moet worden zo klein mogelijk is. Daar moet in het premie- en beleggingsbeleid voor worden gezorgd.

Ondanks alle voorzichtigheid kan het toch voorkomen dat de financiƫle situatie van een pensioenfonds zo slecht is dat er geen andere uitweg is dan korten. Zoals gezegd is korten wettelijk toegestaan, maar daar zijn dan wel strikte regels voor. Die wettelijke regels bepalen bij welke dekkingsgraad er gekort moet worden. Pensioenfondsen hoeven niet meteen te korten als de dekkingsgraad daalt beneden een bepaald minimum niveau. Tijdelijke tegenslagen zullen dus niet meteen leiden tot kortingen. Bovendien moet een pensioenfonds werken aan herstel. In het herstelplan van een pensioenfonds wordt berekend hoe in de komende 15 jaar met premieinkomsten en beleggingsrendementen de dekkingsgraad zich zal ontwikkelen. Pas wanneer duidelijk is dat het herstel niet voldoende zal zijn dan moet er worden gekort.

Ook bij het korten moet het bestuur van een pensioenfonds zorgvuldig en evenwichtig besluiten. De pijn mag niet bij een beperkte groep van deelnemers terechtkomen.

Pensioen bij een verzekeringsmaatschappij

Sommige werkgevers hebben de pensioentoezeggingen aan hun werknemers bij een verzekeringsmaatschappij ondergebracht. Ben je deelnemer in een pensioenregeling bij een verzekeringsmaatschappij dan is al het voorgaande niet op jou van toepassing. Verzekeringsmaatschappijen mogen geen uitkeringen korten en daarom verlenen ze nooit indexaties.