Hoe zit een pensioenfonds in elkaar?

Pensioenfonds is een aparte juridische entiteit

Pensioenfondsen zijn altijd een zelfstandige juridische entiteit die volledig los staat van de werkgever(s) die pensioen toezegt aan zijn werknemers. Dat is bewust zo opgezet om de veiligheid van pensioenvermogens te waarborgen. In het prille begin van pensioenregelingen kwam het nog wel voor dat een werkgever zelf geld opzij zette voor toekomstige pensioenuitkeringen. Als die werkgever failliet ging was daarmee al het geld voor pensioenen verloren en hadden werknemers en gepensioneerden niets meer. Dat is hoogst ongewenst en dus stelt de Nederlandse wet strenge eisen aan pensioenfondsen.

Verschillende groepen deelnemers

Een pensioenfonds kent verschillende groepen deelnemers:

  • Actieve deelnemers: deze deelnemers zijn werknemers aan wie een pensioentoezegging is gedaan. Ieder jaar bouwen ze een nieuw stuk ouderdomspensioen op en de werkgever en werknemers betalen daarvoor premie aan het pensioenfonds.
  • Inactieve deelnemers (vaak “slapers” genoemd): dit zijn deelnemers die niet meer actief zijn bij een pensioenfonds, ze bouwen geen nieuwe rechten meer op en betalen geen premie meer. Dit zijn deelnemers die vertrokken zijn bij hun werkgever. Ze hebben opgebouwde rechten bij hun pensioenfonds en die blijven bestaan totdat ze de pensioengerechtigde leeftijd bereiken.
  • Gepensioneerden: dit zijn de deelnemers die de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt en zij ontvangen het ouderdomspensioen wat ze hebben opgebouwd.

Werknemers die vaak van baan veranderen kunnen dus slapende deelnemer zijn bij verschillende pensioenfondsen.

Wil je weten bij welke pensioenfondsen je rechten hebt opgebouwd? Ga dan naar mijnpensioenoverzicht.nl. Met je Digid kun je daar inloggen en al je opgebouwde pensioenrechten terugvinden.

De verhoudingen in aantallen tussen deze groepen deelnemers is belangrijk voor een pensioenfonds. Een pensioenfonds met relatie veel jongere, actieve deelnemers heet een “groen” fonds en zal over het algemeen meer beleggingsrisico’s nemen dan een “grijs” pensioenfonds (met veel ouderen/gepensioneerden).

Pensioenfonds is een financiële instelling

Pensioenfondsen zijn financiële instellingen, vergelijkbaar met andere financiële instellingen zoals banken en verzekeringsmaatschappijen. Dat betekent dat er streng toezicht wordt gehouden door of namens de overheid. De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten nemen dat toezicht voor hun rekening.

Beleid van een pensioenfonds

Het bestuur van een pensioenfonds bepaalt het beleid van het fonds. Er zijn drie belangrijke beleidsinstrumenten beschikbaar:

  • Premiebeleid: het bestuur moet bepalen hoeveel premie het fonds nodig heeft om de toezegde uitkeringen in de toekomst te kunnen nakomen.
  • Beleggingsbeleid: de inkomsten uit premies moeten worden belegd om voldoende geld beschikbaar te hebben voor de toekomstige uitkeringen. Het bestuur bepaalt hoe er wordt belegd en welke risico’s daarbij acceptabel zijn.
  • Toeslagen en kortingen beleid: het bestuur bepaalt of er toeslagen (indexaties) kunnen worden gegeven aan de deelnemers, afhankelijk van de financiële gezondheid. Het bestuur moet eventueel beslissen over kortingen op uitkeringen indien er sprake is van een structureel tekort.

Deze drie beleidsgebieden hangen nauw met elkaar samen: lagere premie betekent dat er meer beleggingsrisico’s noodzakelijk zijn. Meer risico’s betekent ook dat er een grotere kans is op indexatie of kortingen: het pensioen wordt meer onzeker.

Het bestuur

Pensioenfondsen zijn tegenwoordig grote financiële instellingen met enorme vermogens en grote aantallen deelnemers die voor hun pensioen afhankelijk zijn van die pensioenfondsen. Het is daarom belangrijk dat pensioenfondsen goed bestuurd worden. De Nederlandse wet stelt strenge eisen aan pensioenfondsbestuurders: ze moeten betrouwbaar zijn en deskundig. Je kunt dan ook niet zomaar toetreden tot het bestuur van een pensioenfonds. Iedere bestuurder wordt eerst door De Nederlandsche Bank getoetst op betrouwbaarheid en geschiktheid en DNB is redelijk streng.

Wat voor mensen zitten er in het bestuur van pensioenfondsen? In het verleden waren het uitsluitend (oudere) mannen, vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers/vakbonden. Tegenwoordig zijn pensioenfondsbesturen veel diverser (jonger, meer vrouwen) en er komen steeds meer professionele bestuurders, mensen die er hun beroep van hebben gemaakt. Tevens is het heel goed dat er tegenwoordig ook gepensioneerden in het bestuur van een pensioenfonds zitten.

De Nederlandse wet eist dat het bestuur van een pensioenfonds evenwichtige (beleids)beslissingen neemt; het bestuur moet de belangen van de verschillende groepen deelnemers en de werkgever zorgvuldig afwegen en evenwichtige beslissingen nemen. Evenwichtigheid betekent niet dat de gevolgen van een beslissing voor ieder groep gelijk zijn.

Die eis van evenwichtigheid is soms een stevige uitdaging voor bestuurders. De meeste bestuurders hebben nog steeds een “achterban”, de werkgever, de vakbond of de vereniging van gepensioneerden die hen heeft voorgedragen. Maar bij de besluitvorming mag een bestuurslid niet enkel naar de belangen van zijn of haar achterban kijken; besluiten moeten evenwichtig zijn. En soms moet je als bestuurder besluiten nemen die niet zo leuk zijn voor jouw achterban. Dat hoort bij de baan.

Je kunt niet zomaar bestuurder worden van een pensioenfonds. Uiteraard moet je betrouwbaar zijn; je mag niet betrokken zijn bij fraudes, witwassen of andere relevante wetsovertredingen. Daarnaast moet je als bestuurder deskundig zijn; je moet voldoende kennis en ervaring hebben om een financiële instelling te kunnen besturen. De Nederlandsche Bank toetst nieuwe bestuurders op deze aspecten.

Toezicht en medezeggenschap

Bij goed bestuur hoort ook goed toezicht. De Nederlandse wet stelt toezicht op het pensioenfondsbestuur verplicht en daar zijn verschillende vormen voor. Een pensioenfonds kan werken met intern toezicht (bijvoorbeeld een Raad van Toezicht) of extern toezicht door een Visitatiecommissie. Het bestuur is verplicht om advies of instemming te vragen van het interne toezicht bij bepaalde besluiten. Het interne of externe toezicht maakt jaarlijks een verslag dat wordt opgenomen in het jaarverslag.

Daarnaast hebben pensioenfondsen ook een medezeggenschapsorgaan, dat Verantwoordingsorgaan wordt genoemd. Het Verantwoordingsorgaan bestaat uit vertegenwoordigers van werkgever, werknemers en gepensioneerden. Het bestuur is verplicht het Verantwoordingsorgaan om advies te vragen bij bepaalde belangrijke besluiten. Bovendien geeft het Verantwoordingsorgaan ieder jaar een oordeel over de evenwichtigheid van het beleid en besluiten van bestuur. Dat oordeel wordt gepubliceerd als onderdeel van het jaarverslag.